|
Wandelaars en fietsers kennen hem wel. En ook onder buspassagiers is het inmiddels een bekende verschijning: De Gouden Man aan de Boomgaardweg. Een beetje achteroverleunend, met zijn hand voor de ogen tegen het licht, spiedend naar de hoogste etage van de woontoren. Nou ja, woontoren … vijftien etages is ook weer niet zó indrukwekkend. In Rotterdam lachen ze erom. Toch houdt hij zich vast aan een lantaarnpaal. Is dat uit verbazing, of bewondering? Dat zou raar zijn, want aan de Fellinilaan bouwden ze ook al zo’n ding met nog twee verdiepingen meer bovendien. En daar was geen enkele verbaasde gouden man te bekennen.
Woningbouwvereniging de Groene Stad heeft bij de gemeente lang moeten zeuren om toestemming te krijgen voor de bouw van de woontoren aan de Boomgaardweg. Rond de eeuwwisseling was Almere nog een beetje aan het zoeken. Houden we het laag, of gaan we de hoogte in? Blijven we vriendelijk, groen en waterrijk of worden we het New Jersey van Amsterdam? Voor de romantici met tuindorp visioenen was het al lang duidelijk. Daar waar de Cinemadreef overging in de Parkwijklaan verliet je de stad en reed je je eigen groene droomlandschap tegemoet, een overdaad van rust en ruimte met behoud van alle comfort. En al leken de sportvelden aan de Lage Vaart nog op Siberische vlakten waar ’s winters de wind door het clubhuis huilde; ooit zullen ook hier beroemde voetballers vandaan komen. Ooit.
En juist op die plek, waar je de waan van alle dag achter je wil laten, waar de vrijheid lonkt, doemt - schijnbaar uit het niets - het ultieme symbool van urbanisatie op: de woontoren. Waarom? We hebben het water overwonnen, de gele koolzaadvelden omgeploegd, Almere Buiten gebouwd. En dan dit.
Als De Gouden Man een toevallig passerende wandelaar was geweest, moet hij zich daar toch op z’n minst boos over hebben gemaakt. Maar het verhaal gaat dat hij bouwvakker was. Zo is hij ook gekleed. Hij had meegebouwd aan de woontoren! De Groene Stad (die tegenwoordig ‘De Alliantie’ heet) had hem ervoor betaald. Voelde hij zich medeplichtig? Of was het eerder trots? Want, eerlijk is eerlijk, hij heeft toch maar een mooi stukje werk afgeleverd. Sterker nog, er hadden nog wel een paar etages bovenop gekund, ziet hij met zijn kennersoog. Minstens zo hoog als de woontoren aan de Fellinilaan. Met fantastisch uitzicht.
De Gouden Man is gemaakt door André Havas, die na de Hongaarse opstand in 1956 naar Nederland vluchtte. Havas is behalve beeldhouwer ook psychotherapeut. Mocht er bij De Gouden Man een dilemma hebben bestaan tussen schuld en trots, dan was de Groene Stad bij Havas dus aan het goede adres. Havas koos voor de trotse bouwvakker, gemaakt van brons, verguld met bladgoud. Ere wie ere toekomt. Vooruitgang kun je niet tegenhouden.
|
|
Een zwaluw maakt nog geen zomer…
|
|
|
|
Wie geen prijs stelt op deze nieuwsbrief kan zich hier
afmelden.
|
|
|
|
|
|