|
Er gaat geen dag voorbij of we worden geconfronteerd met de oorlog in Oekraïne. De economische ongemakken die we hierdoor ondervinden nemen we mopperend voor lief, want ze vallen in het niet als je kijkt naar de slachtoffers en de verwoestingen in Oekraïne zelf. In Nederland zijn nu ongeveer 55.000 vluchtelingen uit Oekraïne neergestreken sinds de inval op 24 februari, in Almere iets meer dan 2130. Ze wonen op verschillende locaties, in leegstaande scholen, in hotels, op kamers en soms bij families ... ‘Vooral het wonen bij families begint het bij sommigen een beetje te knellen,’ zegt Anastacia, die met haar man al langer in Nederland woont. Samen met anderen geeft ze zoveel mogelijk hulp en begeleiding aan gevluchte Oekraïners. ‘Dan blijken er toch wel cultuurverschillen te zijn en allerlei ongeschreven regels, in de omgang, eetgewoonten en dagindeling. En sommige dingen, zoals eten, raken nu eenmaal je identiteit.’
Uit de laatste cijfers van het UWV blijkt dat 85% van de Oekraïners aan het werk is, voornamelijk in de horeca, schoonmaak en productie. Volgens Anastacia zit daar wel een probleem. ‘Veel Oekraïners zijn hoog opgeleid en zouden eigenlijk werk op hun niveau moeten hebben. Dat is ook beter voor de arbeidsmarkt in Nederland,’ zegt ze. ‘Maar de regels rond certificering van diploma’s zijn hier erg streng.’ Nederlandse werkgevers zijn intussen maar wat blij met de werklust van vooral jonge Oekraïners en de gretigheid waarmee ze zich op een baan storten.
|
Opvang in De Opperdoes |
Je kunt je voorstellen dat de gevluchte Oekraïners, meer nog dan wij, de ontwikkelingen in Oekraïne op de voet volgen. ‘Mensen zijn daar inderdaad 24 uur per dag mee bezig,’ zegt Alina, die hier in Almere op een speciale school een klas heeft met kinderen uit Oekraïne onder de twaalf jaar.
Veel vluchtelingen zijn vrouwen met kinderen. De meeste mannen bleven achter. Ook de oudere generatie koos ervoor om in Oekraïne te blijven. ‘Zij zouden sowieso moeite hebben om de taal te leren,’ zegt Alina. ‘Juist jonge kinderen vermaken zich wel, zoals kinderen dat altijd doen,’ Ze ziet ook wat oorlog doet met mensen. ‘Bij de volwassenen was er eerst een fase van ontkenning en van overleven, ze schakelden als het ware hun gevoel uit. Maar eenmaal hier, als ze ook anderen ontmoeten, begint het langzaam in te dalen en komen de verhalen los.’
Ook gaan ze steeds meer het gemis voelen van hun geliefden die in Oekraïne zijn achtergebleven: hun mannen, broers, hun ouders. Veel mensen willen dan ook naar huis met kerst en nieuwjaar, maar juist op dit moment zijn de omstandigheden sterk verslechterd door de aanhoudende bombardementen.
Gelukkig worden er ook groepsactiviteiten georganiseerd. Zo is er elke woensdagavond een workshop koken in Buurtcentrum De Dop in Danswijk. ‘Dat is het voordeel van een grotere plaats als Almere,’ zegt Anastacia. ‘Als er maar weinig Oekraïners bij elkaar in de buurt wonen, heb je alleen elkaar…’
Anastacia is vormgever. Via haar Instagram-account is ze al een half jaar bezig spullen in te zamelen voor Oekraïners in Almere. Ze heeft daarvoor een speciale flyer ontworpen.
afbeelding: Anastacia
Voor hulp aan Oekraïne zelf, verwijst ze naar de website: https://vw-nl.org/#about. Er is vooral behoefte aan medicijnen, houdbaar voedsel, babyvoeding en hygiënische producten voor kinderen en volwassenen. Ga naar de website voor mee informatie of als je wilt doneren.
|
|
Cadeaukaart energiebesparing
|
|
|
|
Daar is de orgelman, daar is de orgelman
Met z'n piere piere piere pierement
Daar is de orgelman, daar is de orgelman
Met z'n aria's en deuntjes die iedereen kent
Wim Sonneveld met zijn hit in de jaren 50, kennen jullie ‘m nog? “Daar is de orgelman”, een lied dat als je het hoort, je zo het hele couplet kunt meezingen. Een hele vrolijke wals.
Sonneveld heeft zijn lied gebaseerd op een typetje dat hij gecreëerd heeft, Willem Parel. Een plat pratende zoon van een orgeldraaier in Amsterdam.
In Almere hebben we geen Willem Parel maar wel Emile Kriele met De Tierelier, een klein kistdraaiorgel. Een heel bijzonder orgel dat Emile zelf gebouwd heeft. Hij is er in 2005 aan begonnen en heeft er slechts één jaar over gedaan. Ook het hele binnenwerk, zeg maar het hart waar de muziek uitkomt, is van zijn handen.
Emile is op een bijzondere wijze orgelbouwer geworden. In Spijkenisse, zijn voormalige woonplaats, vroeg een activiteitenbegeleidster van het buurthuis hem of hij haar wilde brengen naar een cursus “orgel bouwen.” Emile kon er de hele dag blijven en hij gaf zijn ogen goed de kost.
Om daarbij ook wat te doen, ‘kapte’ Emile de muziekboeken voor het orgel, met een omgebouwde nietmachine. Je hebt vast wel eens de stevige muziekboeken gezien die bij een orgel horen. Kappen is eigenlijk de muziek in gaten stansen in de orgelboeken. Emile dacht als ik dat hier kan, kan ik de muziekboeken net zo goed ook thuis maken. Hij bouwde een naaimachine om en zo kon hij de boeken thuis kappen. De lege boeken kocht hij. Vergelijk het met muziekpapier kopen en zelf het lied op papier zetten. Een waar staaltje van inventiviteit en deskundigheid, natuurlijk.
Emile’s vrouw Hanny vertelde nog een leuk anekdote. Vanuit het buurthuis in Spijkenisse kwam ook de vraag of Emile met de bezoekers die daar kwamen een orgel wilde bouwen. Nou gewoon doen, dacht hij. Stel je voor, een orgel bouwen en echt iedereen mocht meedoen. Een heidens karwei. Bij het tienjarig bestaan van het buurthuis stond het orgel te pronken en natuurlijk moest er gehoord worden hoe het klonk. Hanny: “We hebben zo gelachen, want het klonk vals.” Maar iedereen heeft er wel heel veel plezier aan beleefd.
Als orgelbouwer stortte Emile zich op de herbouw. En nu? Het kistdraaiorgel “t Flierefluitertje” is nog steeds in gebruik. Het staat in verzorgingscentrum Buitenhaege, waar Emile regelmatig orgeldraait.
Bij het horen van een draaiorgel krijg je het gevoel alsof je een tijdreis maakt. “Aan de Amsterdamse grachten” “Het kleine café aan de haven” Franse chansons, liedjes van Elvis. Om blij van te worden. Vooral als je kijkt naar de fraaie versiering op het orgel. Aangepast aan de tijd van het jaar. Kerstfiguren.
Zelfs het centenbakje waar Wim Sonneveld over zingt heeft Emile niet vergeten. Het hangt aan de zijkant van het orgel.
Ieder z'n eigen lied, ieder z'n wens
Vergeet 't centenbakkie niet
“Er zijn mensen die zeggen ik ben autodidact,” zegt Emile. En dat kun je op het gebied van muziekinstrumenten bouwen zeker van hem zeggen. Hij heeft namelijk ook nog een houten dwarsfluit gemaakt, een glazen blokfluit, gewone blokfluiten, een cimbaaltje en een grote contrabas. En daarnaast nog een aantal instrumenten. Voor Emile geldt terecht: “Te veel om op te noemen”.
|
|
Feestelijke activiteiten in de buurtcentra
|
|
|
|
Wie geen prijs stelt op deze nieuwsbrief kan zich hier
afmelden.
|
|
|
|
|
|