Bekijk deze e-mail in de browser
 
NIEUWSBRIEF AlmerePLUS
Augustus 2021
 

Inhoud

“Hoe kan ik helen…” schreef Dichter des Vaderlands Lieke Marsman. Juli was de maand waarin zo’n beetje alle rampen samen kwamen: de moord op Peter R. de Vries, coronabesmettingen die de pan uit rijzen en een bizarre watersnood in Duitsland, België en Limburg. “Ik ben bijna 70, ik heb niets meer, geen huis, zelfs geen broek,” mompelde een inwoner van het zwaar getroffen Schuld. Een snikkende horecaondernemer in Luik.
Je kunt daar niet onverschillig onder blijven, al wonen we ver weg in het veilige Almere. Maar uiteindelijk gaat ook dit weer voorbij. Het wordt vast een mooie zomer, al zijn daarmee persoonlijke problemen niet weggepoetst. Daarvoor kun je onder andere terecht bij het Centrum voor Levensvragen. Of ga op ontdekkingstocht langs al die mooie openbare kunstwerken in Almere, daarvan zijn er namelijk een heleboel. Je kunt ze zelfs adopteren!

Vragen, vragen, vragen… We zitten er vrijwel dagelijks mee. Maar de vraag is: wanneer zijn vragen levensvragen? Dat is heel betrekkelijk en meestal stellen we deze vragen gewoon aan elkaar, voor zover er een ‘elkaar’ is natuurlijk.
Pas bij grote problemen, bij ziekte of dood, komt professionele hulpverlening in beeld. Toch zijn er velerlei omstandigheden denkbaar waarin je met vragen over het leven en de zin daarvan komt te zitten, zodanig dat deskundige hulp raadzaam wordt. Daar komt bij dat meer mensen op gevorderde leeftijd - al of niet alleen - thuis wonen. Dat religieuze en levensbeschouwelijke organisaties minder aanloop hebben en dat ook zorgverleners steeds vaker met levensvragen te maken krijgen. Het was dan ook niet meer dan logisch dat er gezocht werd naar een extra voorziening. Zo is de afgelopen twee jaar een landelijk dekkend netwerk opgezet van Centra voor Levensvragen, die geestelijke verzorging bieden aan mensen thuis en die daarnaast trainingen geven aan professionals en vrijwilligers. 
Ook in Flevoland is er nu zo’n centrum, gestart vanuit het Netwerk Palliatieve Zorg in Almere. Coördinator is Frans Vrijmoed. “Het Centrum van Levensvragen is in feite een virtuele organisatie”, zegt hij. “We werken met een team van ‘geestelijk verzorgers’, die gesprekken voeren, meestal bij de mensen thuis. Maar het kan ook op een andere locatie of in een wandelgroepje, zoals in Almere Poort. Onze geestelijk verzorgers zijn geen behandelaars, maar gesprekspartners. ” 
 

Voor het Centrum van Levensvragen (CvL) in Flevoland zijn op dit moment ca. 20 geestelijk verzorgers algemeen inzetbaar. Ze zijn met hun contactgegevens te vinden op de website van CvL Flevoland: https://www.cvl-flevoland.nl. “We hebben een cultureel divers team,” zegt Vrijmoed “en we proberen zoveel mogelijk culturen te bereiken, zowel in ons aanbod als in de vraag om gesprekken.” Aanvragers kunnen rechtstreeks contact maken met een geestelijk verzorger van voorkeur.
In de praktijk komt de vraag om gesprekken vooral van thuiswonende vijftigplussers. Niet zelden zijn de gesprekken ook een vorm van palliatieve zorg. Sinds 2019 is er een subsidieregeling voor wie thuis (of in een bijna-thuis-huis) woont, 50 jaar of ouder is en die (of wiens naaste) ernstig ziek is. De subsidieregeling vergoedt de kosten voor een beperkt aantal gesprekken. Ook scholing van zorgverleners (inclusief vrijwilligers en mantelzorgers) wordt binnen de subsidieregeling vergoed, zoals de workshop 'Levensvragen Signaleren'.
Volgens Vrijmoed is de norm een tot vijf gesprekken. Het doel is niet zozeer om een specifiek probleem op te lossen. Simpel gezegd is het ‘Centrum voor Levensvragen Flevoland er voor wie behoefte heeft aan een gesprek over levensvragen en zingeving. Om het hart te luchten, om een ander perspectief te zien, om diepere gevoelens onder woorden te brengen’. 
Frans Vrijmoed: “Het gaat in beginsel om de verbetering van het geestelijk welzijn van de aanvrager. We zijn een eerstelijnsorganisatie, dus doorverwijzing is niet nodig, of het nu gaat om een individueel gesprek of aanschuiven bij een groepsgesprek".  
 

De geestelijke verzorgers van het CvL staan geregistreerd bij de SKGV, de Stichting Kwaliteitsregister Geestelijk Verzorgers, een soort BIG-register voor geestelijk verzorgers. En ze zijn aangesloten bij de landelijke beroepsvereniging voor geestelijk verzorgers (de VGVZ). 

Op maandagavond 6 september vindt in De Nieuwe Bibliotheek alweer de zeventiende editie plaats van het Almeers Dictee. Een uitgelezen kans om je kennis van de Nederlandse taal te testen! In principe kan iedereen meedoen, individueel of als team (vier teamleden).
Het dictee is dit keer geschreven door de Almeerse journalist/schrijver Robert Mienstra en wordt voorgelezen door burgemeester Franc Weerwind. De presentatie van de avond is in handen van Fadoua Alaoui
Inschrijven is gratis en kan tot 1 september, als je ouder bent dan 16 jaar.   
Stuur een e-mail naar almeersdictee@denieuwebibliotheek.nl en vermeld je naam, adres, woonplaats, leeftijd, e-mailadres, en of je individueel dan wel als team wil meedoen. 
Het Almeers Dictee is een samenwerking van De Nieuwe Bibliotheek en de gemeente Almere.
Waar:       De Nieuwe Bibliotheek Stad, Stadhuisplein
Wanneer:    Maandag 6 september, 20.00 uur

Er valt zoveel te vertellen over het ontstaan van Almere en wie kan dat beter dan Brans Stassen. De Rijksdienst van de IJsselmeerpolders plaatste in 1971 een advertentie in de Volkskrant voor mensen die mee wilden werken om een nieuwe stad in Zuidelijk Flevoland te ontwikkelen. Er ontstond een multidisciplinair team van onder andere landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, sociologen, geografen en bodemdeskundigen. Hoewel Brans als architect was aangenomen, verzeilde hij al gauw in de stedenbouw van de Werven, de Meenten en de Grienden in Almere Haven. Alvorens die wijken werden gerealiseerd waren er veel discussies tussen, bijvoorbeeld, de sociologen en de bouwkundigen. Toen de eerste paal werd geslagen op 30 september 1975 leek Almere Haven meer op een woestijn dan op een stadskern. Ruim een jaar later, op 30 november 1976 kregen de eerste bewoners hun sleutel. 

 

Ondertussen was Brans Stassen mee gaan doen in een team voor de stedelijke planning van Almere Stad, waarvan hij later, tot aan zijn pensioen in 2002, de stedenbouwkundige zou worden.  Almere moest een polynucleaire (meerkernige) stad worden. Het gedachtengoed van de Engelse planoloog Sir Ebenezer Howard (1850 – 1928), het tuinsteden-concept, zou hier vorm krijgen. Het centrale park in Almere Stad zou naar hem genoemd moeten worden. Toen Han Lammers de koningin bereid vond het te openen werd dat natuurlijk ‘Beatrixpark’. Ebenezer Howard kreeg een ‘parkje’ tussen Parkwijk en Danswijk.   
Sommige ontwerpen in de stad zijn ontleend aan andere steden of dorpen. Zo was het ontwerp van de Olstgracht gebaseerd op het grachtje in Schoonhoven. De Olstgracht, die inmiddels 40 jaar bestaat, is daar zelfs een exacte kopie van. Met de schriele boompjes die daar kwamen is Brans achteraf minder gelukkig. Die waren niet te vergelijken met de prachtige iepen langs de oudhollandse grachtjes in Schoonhoven of Delft. 
De Grote Markt in het centrum werd ontworpen met bomenrijen op het stramien van de marktkramen. Het plein heeft dezelfde maten als de markt in Delft. In 1987 schreef de Gemeente Almere een competitie uit voor een kunstwerk op de Grote Markt. Dat moest een eigentijdse vorm krijgen van het gebruikelijke ruiterstandbeeld op stadspleinen. De toenmalige kunstcommissie koos unaniem voor het beeld van de IJslandse kunstenaar Sigurdur Gudmundsson. Op een hoge sokkel van rood graniet staan bronzen vis- en vogelmotieven. Nu de markt er weg is, is het met al die terrassen precies het ”avondplein” geworden dat de ontwerpers zich ooit op een heel andere plaats hadden voorgesteld. 

 

Hoewel Brans Stassen al in 2002 met pensioen ging is hij nog nauw betrokken bij onze stad. Hij pleit voor een leefbare stad met meer sociale woningbouw zoals in de beginfase van Almere toen meer dan de helft van de woningen sociale woningbouw was. Liefst ook in iedere nieuwe wijk een kunstwerk. Zowel hij als zijn vrouw zijn ambassadeur van een kunstwerk. 

De Zomerschool voor Senioren is er weer! 
Het (verkorte) programma van dinsdag 17 augustus t/m donderdag 9 september ziet er als volgt uit:
17 aug:    Bustocht naar “Millingen aan de Rijn en rit met Zonnetrein Ooijpolder”.
19 aug:    Jeu de Boules
24 aug:    Workshop Bodymind fit
26 aug:    BBQ op Jeugdland Stad
31 aug:    Bustocht “varen over de Vecht (UT)"
02 sep:    Midgetgolf in Muiderberg
07 sep:    Fietstocht
09 sep:    Bustocht “Landgoederen en muziek in het Overijsselse Vechtdal”
 

Inschrijven kan op dinsdag 3 augustus tussen 13.00 en 15.00 uur op de locaties:
Stad:   Buurtcentrum Kolkzicht, Klokkeluiderstraat 57
Haven: Senior-Live, Kerkgracht 51
Buiten:  Buurtcentrum De Wieken, Wipmolenweg 54
Meer informatie: www.zomerschoolvoorseniorenalmere.nl of www.deschoor.nl
of mail naar zomerschoolvoorsenioren@gmail.com Tel.nr. 06 - 231 88 610
Beluister ook de podcast "Vakantie...In Almere" op www.deschoor.nl

De Hagevoortdreef is een welbekende doorgangsweg in Almere. En niet ver daar vandaan ligt het landgoed Hagevoort aan de Charlotte van Pallandtlaan. Op het landgoed staat een industrieel ogend gebouw. Dat heeft een geschiedenis van bijna 50 jaar. Prehistorie in Almeerse geschiedkundige termen.
In 1968 na het droogleggen van de Zuidelijke IJsselmeerpolder, het gedeelte van de Knardijk tot de Hollandse brug, moest de drooggevallen poldergrond geschikt gemaakt worden voor het bouwen van huizen en voor landbouw. Toen na één of twee jaar de grond droog genoeg was, werd het riet afgebrand en konden greppels, tochten en kavelslotengraven gegraven worden voor de verdere afwatering naar de Hoge Vaart en de Lage Vaart. Na een machinale bewerking van de grond werd het eerste gewas gezaaid, meestal koolzaad. Een keer per jaar als het koolzaad bloeide, was de hele polder felgeel gekleurd.

 

Het zaad en later het graan moesten echter ook opgeslagen worden. In de lege polder werd een geschikte plaats voor opslagsilo’s gevonden langs de Hoge Vaart en dicht bij het gemaal De Blocq van Kuffeler en de sluis. Vanaf juli 1973 werd er een graanverwerkingsbedrijf opgetrokken. Op 21 augustus 1974 werd dit derde graanbedrijf van Flevoland in gebruik genomen. Via het complex met graansilo’s, kafscheider en jakobsladder werd het afgewerkte graan in de aangemeerde schepen geladen.

Over de naamgeving van het graancomplex bestaat een anekdote. Er waren reeds twee graanverwerkingsbedrijven in bedrijf in de IJsselmeerpolders. Deze hadden de namen gekregen van de vaart waaraan ze lagen. De naam Hoge Vaart werd al gebruikt voor een silobedrijf, dat dieper in de polder lag. Een dubbele naam zou tot verwarring leiden bij binnenvaartschippers. Deze zouden zich 50 kilometer verderop aan de verkeerde loswal kunnen melden. Een vergadering bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders over de naam bood geen uitkomst, maar er werd wel een handgeschreven notitie van de vergadering gemaakt. Hierin schreef de ambtenaar Hoge Vaart in een huisartsenhandschrift, dat een secretaresse uittypte als Hage Voort. Men vond dat bij het RIJP zo’n mooie naam, dat deze gebruikt ging worden voor het complex. 

 

Naast de graansilo Hagevoort aan de Hoge Vaart werd in 1975 een dubbelwoning gebouwd. Vanaf 1976 bewoonde Jaap Boon en zijn gezin een van de woningen. In 2002 is op de plek van de graansilo een wooncomplex met 31 appartementen, genaamd Landgoed Hagevoort gerealiseerd. De kafscheider en de jakobsladder van het graancomplex zijn behouden als industrieel erfgoed.

In 2017 fietste Stadsgids Marie-Joseé Röselaers maandenlang door Almere om alle toen aanwezige kunstwerken in de openbare ruimte te lokaliseren. Dat resulteerde in het door haar zelf uitgegeven boekje Beelden in Almere, nog steeds te koop bij haarzelf en bij de VVV (€ 10,-). Twee jaar later richtte zij samen met Mark Wiechmann de Kunstambassadeurs op.
Na sluiting van de Paviljoens in 2013 is het archief van de Kunstambassadeurs bewaard gebleven. Een gesprek met het Cultuurfonds resulteerde in een pilot om de Kunstambassadeurs nieuw leven in te blazen. Veel kunstwerken in de openbare ruimte zijn in het verleden beschadigd en door bouwactiviteiten en andere oorzaken zijn er ook een paar verdwenen. 
De meeste kunstwerken dateren uit de tijd van de Rijksdienst van de IJsselmeerpolders (RIJP) die ophield te bestaan toen in 1996 de inrichting van Zuidelijk Flevoland was voltooid. De toenmalige kunstcommissie kreeg anderhalf miljoen gulden van de RIJP om een beeldenroute in het centrum van Almere Stad te realiseren. Daarnaast bestond ook nog de 1%-regeling. Bouwmaatschappijen waren indertijd verplicht om 1% van de bouwkosten te besteden aan een kunstwerk. Onder andere de Gouden Man in Parkwijk, gerealiseerd door De Alliantie, is daar een mooi voorbeeld van. 
Behalve door stichting DKOR (Design en Kunst in de Openbare Ruimte) wordt er door de Kunstambassadeurs goed gepast op de ongeveer 150 kunstwerken die er op dit moment in de Almeerse buitenlucht te bewonderen zijn.
Circa vijftig Almeerders, tussen de twintig en tachtig jaar oud, hebben zich inmiddels gemeld als Kunstambassadeur. Zij hebben gekozen voor een bepaald kunstwerk dat hen aansprak en zijn daarvan Kunstambassadeur geworden. 
Als Kunstambassadeur weet je wie de kunstenaar is en waarom hij of zij dit kunstwerk heeft gemaakt. Je leert van welk materiaal het is gemaakt en wat het voorstelt of uitbeeldt. Daar word je bij geholpen door Marie-Joseé of Mark. Heel belangrijk is dat je ook op het kunstwerk let en in de gaten houdt of het in goede staat blijft. Je zorgt er als het ware een beetje voor. Als je geïnteresseerd bent kun je een mail sturen naar info@kunstambassadeurs.nl.
Zo heeft het kunstwerk op de foto bij dit verhaal nog geen Kunstambassadeur.
Kunstwerk zonder titel van Paul de Reus (foto: Geert van der Wijk)

 

Op dit moment wordt er, op initiatief van de Gemeente, op het Baltimoreplein in Almere Buiten gewerkt aan de plaatsing van een kunstwerk. Door middel van een prijsvraag is dit kunstwerk uitgekozen en het gaat komen op het al aangelegde kunstgras.  
Iedereen kan er in principe voor zorgen dat er meer kunst in Almere komt. Dat is dan wel een langdurig proces. Met geïnteresseerde buurtgenoten en een goed plan kun je je richten tot het Cultuurfonds Almere. Voor de kosten van het kunstwerk kun je een bouwonderneming benaderen of een ander bedrijf. Je zou ook een ‘crowdfunding’ in de buurt kunnen starten. Op www.cultuurfondsalmere.nl vind je de nodige informatie. 

Ben je 55 jaar of ouder dan kun je op vrijdag 10 september meedoen met de Senior Challenge. Het belangrijkste van deze dag is om te genieten en samen met anderen te ervaren hoe het is om op een laagdrempelige manier samen een triathlon te volbrengen. Om te beginnen wordt 20 minuten gezwommen in het zwembad bij Van Rheenen, gevolgd door een kopje koffie. Daarna fietsend (met een omweg) naar de Esplanada, afhankelijk van de gekozen afstand 25 of 35 km. 
Hierna een heerlijke lunch voor alle deelnemers en vervolgens wordt er nog een wandeling gemaakt (5 of 10 kilometer). De finish is op de Esplanada onder dezelfde finishboog, waar later in het weekend de triatleten zullen finishen.
Aanmelding is verplicht via deze link.

Iedereen is van harte welkom bij de gastvrije Motorvereniging Almere in de wijk De Laren in Almere Haven, opgericht in 1977. Tussen de huidige nieuwbouw kon het clubgebouw uit 1989 gelukkig blijven staan. Aan een van de muren hangt een zilverkleurig gespoten Harley Davidson van Italiaanse makelij met daar doorheen gevlochten Kerstverlichting. Chef werkplaats Idsart, onder andere in het bezit van een BSA uit 1948 en al ruim 30 jaar lid, verwoordt het stellig: “Heel belangrijk zijn de sociale contacten.”  
 

Iedere dinsdag- en vrijdagavond is er clubavond en twee keer per maand wordt er op zaterdag in de werkplaats gesleuteld aan de motoren. Hier kunnen leden geholpen worden met eventuele problemen en bijpraten onder het genot van een kopje koffie of thee, fris of bier. Er wordt echter veel meer door deze vereniging georganiseerd, zoals de vier eigen tourritten per jaar met verschillende afstanden per keer. Daarnaast rijden ze elk jaar twee internationale ritten met drie overnachtingen in een hotel. Vanwege het coronavirus is voor dit jaar de eerste internationale rit gepland in september. Dan worden er afstanden van 200 tot 300 kilometers per dag gereden tot in België en/of Duitsland. Het wordt dan geen optocht van motoren maar iedere motorrijder ontvangt een navigatiebestand en kan dan altijd zijn eigen route rijden, maximaal in groepjes van drie of vier. De vereniging is de eerste motorvereniging in Almere en telt momenteel 75 leden. Ze is niet merk-gebonden. Er zijn vijf damesleden met een motor. Uiteraard zou MVA, zoals elke vereniging, meer leden willen hebben. Er wordt samengewerkt met motor-gerelateerde clubs en er worden folders verspreid. Een keer per jaar wordt er een bedrijf uitgenodigd voor een technisch verhaal over motoren.
In het verleden was MVA te vinden op het Stoomfestival en onlangs werd het terras van het clubhuis nog gebruikt als locatie voor het festival Enter. 
Op 20 en 21 augustus is MVA aanwezig bij een evenement van de Stichting Behoud Oude Technieken bij De Realiteit in de wijk Noorderplassen Oost. Meer informatie over de motorvereniging is te vinden op www.motorvereniging.nl Het adres is Meerveldstraat 55, 1359HZ in Almere Haven, tel.nr. 036 5310282. Het is altijd mogelijk om eens te komen kijken op een van de clubavonden. Je wordt vriendelijk ontvangen en rondgeleid en MVA staat open voor al je vragen. 

Van 11 tot en met 21 augustus is er weer van alles te beleven in Almere Haven. Dan barst namelijk het evenement ‘Zomer in Haven’ los. Voor elk wat wils, van muziek tot jeu de boule, van suppen tot markten. Vooral het muziekprogramma is de moeite waard. Kijk voor een compleet overzicht op www.zomerinhaven.nl

© De Schoor 2021
privacyreglement
Wie geen prijs stelt op deze nieuwsbrief kan zich hier afmelden.
webmaster@deschoor.nl